Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers: een ramp?

Auteur: Mr G.W.B. van Westen, ex-partner Deloitte en Stibbe, ex-raadsheer-plv. Hof Leeuwarden, Hof Den Bosch en Centrale Raad van Beroep

Om het u als lezer makkelijk te maken om de lijn in deze blogs te volgen, moet ik regelmatig die lijn even vastknopen aan opmerkingen in vorige blogs, zo ook deze keer. 
In mijn blog van 12 juni schreef ik dat als er een wettelijke verplichting komt voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers dat één van de criteria zou moeten worden om te toetsen of een ZZP’er een echte als een zelfstandige ondernemer of ROW’er is of niet.
In eerdere blogs heb ik uitgelegd dat de overheid er echt niet op uit is om alle ZZP’ers te dwingen om voortaan in dienst te treden van hun opdrachtgevers.
De overheid – en dus ook de Belastingdienst – richt het vizier op ‘schijnzelfstandigen’. Dat vind ik ook terecht. Ex-werknemers die uitgebuit worden of opdrachtnemers die zich alleen maar ZZP‘er noemen om te kunnen profiteren van fiscale voordelen die in de belastingwetten staan voor echte zelfstandigen? Allebei onwenselijk.
Om het voor de overheid makkelijker te maken om ‘schijnzelfstandigheid’ te bestrijden dienen er wettelijk verankerde objectieve en heldere criteria te komen, zoals een minimaal aantal urencriterium, een criterium voor de hoogte van het uurtarief en ook voor de hoogte van de omzet. Voor opdrachtgevers maar ook voor de handhaving door de overheid is het veel lastiger om de ‘indicaties’ te wegen uit het schema dat in het conceptwetsvoorstel staat voor de opvolging van de Wet DBA. Dat schema werd beschreven in mijn Blog van 29 mei.

Goed beschouwd zijn dit juist rekbare, subjectieve criteria, die zouden kunnen uitmonden in meer discussies en procedures dan het geval zou zijn bij de genoemde voorbeelden van objectieve criteria. Zij het dat er vandaag de dag ook wel wordt geprocedeerd over bijvoorbeeld het aantal uren (1225) dat een ZZP’er moet kunnen verantwoorden om met succes fiscale ‘zelfstandigenaftrek’ te mogen toepassen. Een ‘creatieve’ urenboekhouding valt in de praktijk echter relatief snel door de mand.
De vraag of een wettelijk verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering werd afgesloten is objectief te toetsen, wellicht zelfs geautomatiseerd. Ik denk hierbij aan de wettelijke verplichte WA-verzekering voor auto’s.
Maar een wettelijk verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering is (nog?) niet echt populair onder ZZP’ers. ‘Kostbaar’, ‘Heb ik niet nodig’, ‘Betutteling door de overheid’, ‘Veel te duur’ is vaak gehoorde kritiek.
Is deze kritiek terecht? Laten we eens kijken wat de contouren zijn van het wetsvoorstel van de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (concept Wet BAZ).

Er staan drie pijlers onder de concept Wet BAZ: deze moet betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar zijn.
Verder staat in het wetsvoorstel dat de BAZ verplicht wordt voor alle zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting ‘winst uit onderneming’ genieten. Ik teken hierbij nog eens aan dat de wetgever naar mijn mening kennelijk opnieuw ROW’ers over het hoofd ziet. Zie mijn blog van 12 juni waarom dat niet juist is.

De bedoeling is dat zelfstandigen na een wachttijd van één jaar arbeidsongeschiktheid een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen aanvragen. Om daarvoor in aanmerking te komen moet de zelfstandige niet meer in staat zijn om het minimumloon te verdienen.
Wordt de aanvraag gehonoreerd dan is de uitkering 70% van de netto omzet die werd behaald vóór arbeidsongeschiktheid waarbij het minimumloon het maximum is. Einddatum voor de uitkering is dan de datum van het bereiken van de AOW-leeftijd. Naar ik aanneem is dat ook de einddatum waarop voor een zelfstandige de verplichting voor het afsluiten een arbeidsongeschiktheidsverzekering vervalt
De premie gaat ongeveer 6,5% van de netto omzet van de zelfstandige bedragen. De maximale premie komt uit op ongeveer € 195 per maand. Dat bedrag is fiscaal aftrekbaar en zou netto dan uitkomen op ongeveer € 115 per maand. Dit is berekend voor zelfstandigen met een netto omzet gelijk aan of hoger dan de maximale grondslag van de premie: 142,86% van het wettelijke minimumloon. Als de netto omzet lager is wordt de maandpremie dienovereenkomstig minder.
Deze berekeningen zijn gerelateerd aan de bedragen die gelden in 2024.

Zelfstandigen die een hogere dekking willen kunnen zich privaat verzekeren. Een private verzekering mag echter geen lagere dekking bieden dan de publieke verzekering, de premie moet ten minste gelijk zijn aan die van de publieke verzekering en ook een private verzekering moet lopen tot het bereiken van de AOW-leeftijd. Als zelfstandigen al een private arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben kunnen zij die desgewenst aanhouden mits die aan de wettelijke eisen voldoet. Voor bestaande verzekeringen wordt daarom overgangsrecht van toepassing om eventueel het een en ander aan te passen.

Het motief voor de concept Wet BAZ is naar mijn mening goed: het beschermen van zelfstandigen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering als zij door langdurige ziekte niet meerin staat zijn ten minste het wettelijke minimumloon te verdienen. Dat is eigenlijk hetzelfde motief dat gold voor de invoering van de werknemersverzekering begin jaren ´50 van de vorige eeuw.

GWBvW, 26 juni

Mijn volgende blog verschijnt omstreeks 10 juli. Voor de voorafgaande blogs zie: https://bickz.com/category/fiscaliteit/alles

LinkedIn